n.b. Opmerking redactie: Pagina te herzien en aan te vullen.

deels al aangepast 2025-01-WWE 

Productie-risico-inventarisatie en -evaluatie (PRIE)

Elke productie kent in principe risico’s. Soms zeer beperkt; bijvoorbeeld bij een zanger die uitsluitend een stoel, een gitaar en een microfoon meebrengt. Soms kent een productie veel risico’s. Een productie kan worden gezien als een wijziging van of aanvulling op de bestaande situatie in de organisatie (waarvoor een basis-RI&E is/wordt opgesteld). Dan kan het raadzaam zijn om per productie een ‘productie-risico-inventarisatie en ‘evaluatie’ (PRIE) op te stellen, en deze eventueel te laten toetsen (hierover verderop meer).

Let er op dat de PRIE elementen dient te bevatten die specifiek van toepassing zijn op de betreffende productie. Alle algemene en overkoepelende risico’s en aandachtspunten horen in een basis-RIE thuis. Als er ten aanzien van een bepaald onderwerp structurele aandacht is in de bedrijfsvoering, bijvoorbeeld optreden door jeugdigen, of omgang met gevaarlijke stoffen, dan hoort dat in de basis-RIE thuis.

Als een podiumorganisatie met andere podiumorganisaties samenwerkt in deze productie, dan moet daar aandacht aan worden besteed in de PRI&E. Het PRI&E-document is dan een aanvulling op de bestaande RI&E van de locatie en op de  bestaande RI&E van het bezoekende gezelschap.

De ‘normale’ risico’s horen te worden vastgelegd in een RI&E. Als er wijzigingen optreden dan moet er een aanvulling komen op de RI&E. Een gezelschap dat door haar productie extra risico’s binnen de organisatie brengt, zorgt dus feitelijk voor een wijziging op de RI&E. Naast een bedrijfs-RI&E kan daarom voor iedere productie afzonderlijk ook een Productie Risico-inventarisatie en Evaluatie worden gemaakt. In de Productie RI&E moeten de productie-specifieke risico’s worden beschreven. Denk bijvoorbeeld aan risico’s die samenhangen met werken op hoogte, knelgevaar, schadelijk geluid en bijzondere effecten. Ook dienen in de Productie RI&E de genomen maatregelen ter borging van de veiligheid te worden vastgelegd.

Bij het opstellen van de Productie RI&E moet zo nodig deskundige bijstand worden ingeschakeld van bijvoorbeeld een arbodeskundige.

Alleen zaken die afwijken van de normale procesvoering horen in de PRIE thuis. De PRIE is een aanvulling op de basis-RIE, en tezamen vormen zij de complete RIE.

Conclusie en advies: zoveel mogelijk onderbrengen in de basis-RI&E.

Samenwerkende werkgevers:

De PRIE is tevens een belangrijk instrument om als bezoekende en ontvangende partij (samenwerkende werkgevers) de dialoog aan te gaan over de risico’s bij de productie en hoe die zoveel mogelijk te reduceren. De Arbowet zegt hierover in Artikel 20 Arbeidsomstandighedenwet:
“Indien in een bedrijf of een inrichting verschillende werkgevers arbeid doen verrichten, werken zij onderling op doelmatige wijze samen teneinde de naleving van het bij of krachtens deze wet bepaalde te verzekeren.”

Toetsen van de PRIE:

Net als voor de basis-RIE kan gelden dat de PRIE getoetst moet worden door een deskundige; in sommige gevallen kan hiervoor vrijstelling worden verkregen als gebruik gemaakt wordt van een daarvoor goedgekeurd RIE-instrument.