Download: Productie RI&E in het Engels (pdf)
Download: Toelichting PRI&E in het Engels (pdf)
Download: Manual PRI&E in het Engels (pdf)
Download: Voorbeeld PRI&E, Checklist van het NDT (pdf)
Download: Voorbeeld PRI&E, VGW-plan ‘Bernhard’ Toneelgroep Amsterdam (pdf)
Download: Inspectieronde 2001 (pdf)
Artikel: Arbeidsinspectie schept duidelijkheid over productie RI&E
Artikel: VPT-dag over Productie RI&E
Artikel: RI&E per productie meer dan formulier invullen
Artikel: De RI&E, een inventarisatie
Artikel: Gezelschapsarbo
AanstellingskeuringArbobeleid in de organisatieArbocoördinator en preventiemedewerkerPlan van AanpakProductie risico inventarisatie & evaluatie (PRI&E)Risico inventarisatie & evaluatie (RI&E)Samenwerkende werkgeversVoorlichting en onderrichtWerkdrukProductie-risico-inventarisatie en evaluatie (PRIE)
Elke productie kent in principe risicos. Soms zeer beperkt; bijvoorbeeld een zanger die uitsluitend een stoel, een gitaar en een microfoon meebrengt. Soms kent een productie veel risicos. Door de overheid wordt een productie gezien als een wijziging van of aanvulling op de bestaande situatie in de organisatie (waarvoor een basis-RIE wordt opgesteld). Daarom is het wettelijk verplicht om per productie een productie-risico-inventarisatie en evaluatie’ (PRIE) op te stellen, en deze te laten toetsen (hierover verderop meer).
Let er op dat de PRIE elementen dient te bevatten die specifiek van toepassing zijn op de betreffende productie. Alle algemene en overkoepelende risico’s en aandachtspunten horen in een basis-RIE thuis. Als er ten aanzien van een bepaald onderwerp structurele aandacht is in de bedrijfsvoering, bijvoorbeeld optreden door jeugdigen, of omgang met gevaarlijke stoffen, dan hoort dat in de basis-RIE thuis.
Als een podiumorganisatie met andere podiumorganisaties samenwerkt, dan moet daar aandacht aan worden besteed in de PRI&E. Het PRI&E-document is dus een aanvulling op de bestaande RI&E van de locatie. De ‘normale’ risico’s horen te worden vastgelegd in een RI&E. Als er wijzigingen optreden dan moet er een aanvulling komen op de RI&E. Een gezelschap dat door haar productie extra risico’s binnen de organisatie brengt, zorgt dus feitelijk voor een wijziging op de RI&E. Naast een bedrijfs-RI&E moet derhalve voor iedere productie afzonderlijk ook een Productie Risico-inventarisatie en Evaluatie worden gemaakt. In de Productie RI&E moeten de productiespecifieke risico’s worden beschreven. Het gaat onder meer om risico’s die samenhangen met werken op hoogte, knelgevaar, schadelijk geluid en bijzondere effecten. Ook dienen in de Productie RI&E de genomen maatregelen ter borging van de veiligheid te worden vastgelegd. Bij het opstellen van de Productie RI&E moet zo nodig deskundige bijstand worden ingeschakeld van bijvoorbeeld een arbodeskundige.
Alleen zaken die afwijken van de normale procesvoering horen in de PRIE thuis. De PRIE is een aanvulling op de basis-RIE, en tezamen vormen zij de complete RIE. Een productie is feitelijk een wijziging in de procesvoering. Daarom is een aanvullende RIE verplicht, de PRIE. Conclusie en advies: zoveel mogelijk onderbrengen in de basis-RIE.
Samenwerkende werkgevers:
De PRIE is tevens een belangrijk instrument om als bezoekende en ontvangende partij (samenwerkende werkgevers) de dialoog aan te gaan over de risicos bij de productie en hoe die zoveel mogelijk te reduceren. De Arbowet zegt hierover in Artikel 19:
“Indien in een bedrijf of een inrichting verschillende werkgevers arbeid doen verrichten, werken zij onderling op doelmatige wijze samen teneinde de naleving van het bij of krachtens deze wet bepaalde te verzekeren.”
Toetsen van de PRIE:
Net als voor de basis-RIE geldt dat de PRIE getoetst moet worden door een deskundige; in sommige gevallen kan hiervoor vrijstellijng worden verkregen als gebruik gemaakt wordt van een gevalideerd RIE-instrument.