Wanneer werk op hoogte moet worden uitgevoerd en deze werkplekken niet door beschermende voorzieningen zoals borstweringen of hekwerken (collectieve valbescherming) tegen valgevaar afgeschermd kunnen worden (zie werken op hoogte, keuze arbeidsmiddelen) blijft als laatste optie het werken met persoonlijke valbescherming.

Persoonlijke valbescherming wordt gebruikt in de volgende situaties:
Er geen alternatief bestaat om de werkplek te beveiligen tegen valgevaar of wanneer andere maatregelen ter bescherming tegen valgevaar een verhoogt risico opleveren.
Persoonlijke beschermingsmiddelen mogen pas worden ingezet wanneer middels een schriftelijke (project) RI&E kan worden aangetoond dat er geen alternatieven mogelijk zijn of dat er sprake is van het redelijkerwijs principe. Voor deze RI&E kan het beslisschema gehanteerd worden in het artikel “Werken op hoogte, keuze arbeidsmiddel”.

Systemen voor persoonlijke valbescherming

Persoonlijke valbescherming kent twee verschillende uitvoeringen, de zogenaamde “fall restraint” en “fall-arrest”.

“Fall restraint” (=positioneren) staat voor het treffen van voorzieningen die het risico van een val volledig uitsluiten. Concreet komt dit neer op voorkomen dat mensen in de buurt van een rand kunnen komen en dus niet naar beneden kunnen vallen. Deze manier van valbeveiliging verdient altijd de voorkeur boven een “fall-arrest” bescherming wanneer dit mogelijk is. Daarnaast brengen deze systemen met zich mee dat de optredende belastingen de laagst mogelijke zijn, zowel voor de onderconstructie als voor de gebruiker die zich moet zekeren.

fall_restraint.jpg Voorbeeld “Fall-restraint”

Een systeem voor fall restraint bestaat uit een heupgordel of veiligheidsharnas (gebruik van borstgordel of broekgordel is in Nederland verboden), een verbindingslijn en een verankeringspunt (vast ankerpunt, meeloopsysteem in rail, etc.).

“Fall-arrest” (=beschermde val) wordt toegepast in situaties wanneer een duidelijk valrisico aanwezig is.

fall_arrest.jpg Voorbeeld “Fall-arrest”

Een systeem voor Fall-arrest bestaat uit een veiligheidsharnas, een valdemper (bandvaldemper, valblok met intern valdempings-mechanisme, etc.), een verbindingslijn en een verankeringspunt.

Redding in geval van een calamiteit

Er moeten altijd direct middelen voorhanden zijn om iemand die gevallen is, snel in veiligheid te kunnen brengen: redding. Ook moet men het inderdaad in de praktijk kunnen, dus hiervoor moeten mensen geïnstrueerd worden en getraind. Vanuit spoedeisende hulpverlening is het gegeven dat iemand binnen 15 minuten na een val uit zijn positie bevrijd moet zijn. Zo niet, dan treedt door verstoring van de bloedcirculatie shock op die uiteindelijk de dood tot gevolg kan hebben. Zijn de omstandigheden minder, bijvoorbeeld door slecht weer, of vanwege een verminderde fysieke conditie van degene die de val maakt, dan wordt deze “overlevingstijd” aanzienlijk korter. Men praat dan over 3 tot 5 minuten.
Het zal hiermee duidelijk zijn dat het niet alleen gaat om te zorgen voor die ‘beschermde val’: als er geen voorbereidingen zijn getroffen voor de redding erna, dan is niet uit te sluiten dat er een aanzienlijk restrisico over blijft. Een risicoanalyse en daarop gebaseerde keuzes voor hulpverlening en eventueel redding zijn dus onontbeerlijk. Het is dan ook niet vreemd dat men dit aspect in toenemende mate aantreft in veiligheidsplannen die voor bepaalde werkzaamheden moeten worden opgesteld.

Controle en inspectie

Vóór gebruik moeten alle onderdelen gecontroleerd worden op mechanische beschadiging, verbuiging, sterke verontreiniging enzovoorts en indien van toepassing, hun werking. Worden gebreken of beschadigingen geconstateerd, dan mag men het betreffende onderdeel niet gebruiken en dient dit uit de roulatie te worden genomen en ter keuring/vervanging te worden aangeboden aan de leverancier. Degenen die het veiligheidsharnas aantrekken controleren het harnas, de karabijnhaken van de vanglijn, de valdemper en de vanglijn van 1 meter. De personen die de hoofdveiligheidslijn spannen, controleren deze lijn, de hijsband en de grote karabijnhaak.
Ná gebruik moet het materiaal opnieuw visueel gecontroleerd worden op gebreken, door dezelfde personen. Worden gebreken geconstateerd, dan moet dit geregistreerd worden in een logboek en dient het materiaal hersteld of vervangen te worden.

Keuringen

Persoonlijke valbeschermingsmiddelen behoren tot de categorie III PBM’s (Persoonlijke Beschermings Middelen). Voor deze categorie gelden afwijkende eisen ten opzichte van andere PBM’s, namelijk:
• Fabrikanten van valbescherming moeten werken conform ISO 9000;
• Op de producten moet het CE-merkteken staan, met daarbij het jaar waarin de verklaring van conformiteit werd verleend;
• Het nummer van de “notified body” die het kwaliteitssysteem van de fabrikant controleert, moet op elk product vermeld staan.
Naast de hierboven beschreven markeringen moeten er ook een aantal andere kenmerken worden aangebracht op de persoonlijke beschermingsmiddelen voor valbeveiliging. Deze aanvullende kenmerken bestaan uit:
• Jaar en maand van productie;
• Naam fabrikant en/of leverancier;
• Serienummer;
• Teken dat aangeeft dat de laatste inspectie minder dan een jaar geleden is uitgevoerd.
Persoonlijke valbescherming dient minimaal eens per jaar gekeurd te worden door een onafhankelijk testinstituut dat daartoe bevoegd is verklaard vanuit de Europese Commissie. Deze instituten staan geregistreerd als een zogenaamd “notified body”. De resultaten van deze keuringen worden vastgelegd in een zogeheten conformiteitsverklaring (keuringsrapportage). Een aanvullende keuring van de valblokken en meelopende valbeschermers moet altijd plaats vinden wanneer het materiaal door een val of dergelijk is belast. Na een val dienen materialen als harnas van de gebruiker, verbindingslijn en bandvaldemper vervangen te worden.

Disclaimer

Hoewel de informatie op deze website met zorg is samengesteld en de Stichting Arbo en Podiumkunsten de informatie steeds actueel tracht te houden, kunnen aan deze website geen rechten ontleend worden. de Stichting Arbo en Podiumkunsten aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van onvolledigheid of onjuistheid van het materiaal van deze website. Tevens is de Stichting Arbo en Podiumkunsten niet verantwoordelijk voor de inhoud van websites waarnaar wordt gelinkt.