Om te beschermen tegen risico’s wordt vaak gegrepen naar persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s), zoals gehoorbescherming tegen te hard geluid, maskers tegen de blootstelling aan gevaarlijke stoffen, etc. Toch behoren deze PBM’s juist het sluitstuk te zijn. We noemen dat de zogenoemde arbeidshygiënische strategie.

Bij wet is vastgesteld dat de aanpak van risico’s uitgevoerd moet worden volgens de arbeidshygiënische strategie. Deze strategie bestaat uit een drietal niveaus waarop gewerkt kan worden bij het opheffen van onveilige en/of ongezonde situaties op het werk.

Maatregelen aan de bron

Deze strategie stelt dat maatregelen ter verbetering van arbeidsomstandigheden altijd gericht moeten zijn op bronbestrijding. Maatregelen gericht op de ‘bron’ (het bureau, de stoel, de machine, het gereedschap, de gevaarlijke stoffen, het geluid) pakken immers de echte oorzaak van het probleem aan, alle overige maatregelen zijn slechts bedoeld om de gevolgen zo veel mogelijk te bestrijden. Met bronbestrijding wordt het hoogste niveau van veiligheid en gezondheid bereikt en dat heeft dus altijd, waar mogelijk, de voorkeur in het beleid van een bedrijf of organisatie.

Afscherming

Helaas is bronbestrijding niet altijd een haalbare optie. Dit kan om zowel technische als bedrijfseconomische redenen het geval zijn. In dergelijke gevallen kan een hoge mate van veiligheid en gezondheid bereikt worden door maatregelen te nemen op het tweede niveau: maatregelen gericht op ‘afscherming’. Met afscherming wordt bedoeld dat je zoveel als mogelijk afgescheiden wordt (door middel van cabines, isolatie, schokdempers) van de mogelijke arbo-risico’s. Naast deze fysieke scheiding tussen werknemer en ‘gevaar’, kan bij maatregelen op dit niveau ook gedacht worden aan het verminderen van het aantal blootgestelde personen en de blootstellingduur. In veel gevallen kan dit eenvoudig bereikt worden door het werk anders te organiseren. Daarbij kan gedacht worden aan taakroulatie.

Persoonlijke bescherming

Wanneer ook afscherming niet mogelijk is, zijn maatregelen op het derde en laatste niveau noodzakelijk; maatregelen gericht op individuele bescherming. In de praktijk betekent dit vooral het verstrekken en gebruik van ’persoonlijke beschermingsmiddelen’ (PBM’s, zoals bijv. gehoor- en gelaatsbescherming, veiligheidskleding en -schoeisel). PBM’s zijn daarmee vaak het ‘sluitstuk’ van het arbobeleid. Het verstrekken en gebruiken van PBM’s, maar ook de werking en kwaliteit is wettelijk geregeld. De Arbeidsinspectie controleert dit.

Verplichting van werknemers

Als er maatregelen genomen worden om de blootstelling te verminderen, dan dien je die maatregelen ook te gebruiken. Persoonlijke beschermingsmiddelen en beveiligingen op machines kunnen soms als lastig worden ervaren, maar dienen wel ter bescherming van je gezondheid.

Verplichting van werkgevers

Zoals aangegeven dienen maatregelen bij voorkeur op het hoogste niveau te worden genomen (bronaanpak). Het bedrijf moet bij het nemen van een bepaalde maatregel (bijvoorbeeld het voorschrijven en verstrekken van persoonlijke beschermingsmiddelen) dan ook aan kunnen tonen dat maatregelen op een hoger niveau niet mogelijk zijn.

Wet- en regelgeving:

Arbobesluit, artikel 4.4

Adressen en links

Ministerie van Sociale Zaken & Werkgelegenheid: https://www.arboportaal.nl/onderwerpen/arbeidshygienische-strategie