Arbowetgeving
Bij arbozorg moet in principe rekening worden gehouden met een veelheid aan wetten en regels (de Arbowet, de Arbeidstijdenwet, enzovoort). De wetgeving rond arbozorg is niet compleet dichtgespijkerd, de Arbowet is vooral doelstellend. Bij de introductie van de Arbowet is ruimte gelaten om het verbeteren van veiligheid, gezondheid en welzijn op een eigen manier in te vullen. De overheid stelt de kaders vast in de Arbowet, het Arbobesluit en de Arboregeling (het zogenaamde publieke domein). Sociale partners (werkgevers en werknemers) hebben de kans gekregen om samen mogelijkheden te bedenken en te beschrijven om aan deze uitgangspunten te voldoen. De arbocatalogi zijn hier een goed voorbeeld van. Juist in de sector podiumkunsten geven deze ontwikkelingen mogelijkheden voor het behoud van het bijzondere karakter van de sector.
Juist binnen de podiumkunsten waren voor diverse processen geen specifieke richtlijnen opgesteld en daarvoor werd tot op heden de algemene wetgeving gehanteerd. Voor een aantal activiteiten zoals vliegen in theater, hijsen van goederen (decorstukken) boven mensen, geluid van orkesten en het werken met vuur en vuurwerk geeft de wetgeving aanknopingspunten. In overleg tussen werkgevers en werknemers kunnen hiervoor arbocatalogi worden opgesteld. Na een positieve toets van de arbeidsinspectie verkrijgt een catalogus status.
Overleg
Arbobeleid dient in goed overleg tussen werkgevers en werknemers tot stand te komen. Werkzaamheden moeten zo veel mogelijk afgestemd zijn op de mogelijkheden, kennis en vaardigheden van de individuele werknemer.
Toetsen beleid
Verder is het verplicht regelmatig het beleid te toetsen.
Bronbeleid
En tot slot is een belangrijk uitgangspunt voor het arbobeleid het zogenaamde bronbeleid.
Gevaren moeten bij de bron worden aangepakt. Het gaat om het voorkomen dat er risico’s zijn door bijvoorbeeld een lawaaiige machine te vervangen door een stille. Als dat niet (nog niet) kan dan – in tweede instantie – via maatregelen gericht op collectieve bescherming: de lawaaiige machine wordt geheel omkast. In derde instantie via maatregelen gericht op individuele bescherming: de bediener wordt van het lawaai van de machine gescheiden. Pas in laatste instantie door het verstrekken van persoonlijke beschermingsmiddelen: gehoorbescherming.
Verplichtingen werkgever
Naast de algemene verplichting tot het voeren van een arbobeleid heeft de werkgever ook concrete verplichtingen, o.a.:
– een op schrift gestelde Risico-Inventarisatie & -Evaluatie, en een actueel Plan van Aanpak;
– aanstelling van een preventiemedewerker;
– een contract met een deskundige (arbodienst of gecertificeerde bedrijfsarts);
– het voeren van verzuimbeleid;
– opstellen van een beleid Psychosociale Arbeidsbelasting (denk aan agressie en geweld, seksuele intimidatie, pesten en werkdruk);
– voorlichting en onderricht van werknemers;
– voorkomen van gevaar voor derden (bijv. bezoekers);
– samenwerkende werkgevers dienen op doelmatige wijze samen te werken om aan de Arbowet te voldoen, één en ander dient daarbij schriftelijk vastgelegd te worden;
– organisatie van bedrijfshulpverlening op basis van de RI&E;
– Periodiek Arbeidsgezondheidskundig onderzoek (PAGO);
Verplichtingen werknemer
Heeft de werkgever een zorgplicht, de werknemer heeft vooral een zorgvuldigheidsplicht. De werknemer mag ‘niemand in gevaar brengen’, en moet o.a.:
– apparatuur correct en volgens voorschriften bedienen;
– de voorgeschreven en verstrekte persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken;
– beveiligingen intact laten;
– meewerken aan voorlichting en onderricht;
– gevaren melden aan leidinggevenden.
Opleiding van en gegeven instructie aan de werknemer hebben een belangrijke plaats gekregen.
Tot slot
Goede arbozorg in de zin van de wet is volledig in het beleid van een organisatie geïntegreerd. In alle fasen en aspecten van het beleid moeten veiligheid, gezondheid en welzijn meegewogen worden.