“Wij staan aan de kant van de theaters”

Artikel: Inleiding Vademecum Theaterbouw
Artikel: Voice-alarmsystemen
Artikel: Singer Theater en arbo
Website: Archief Trekkenwanden Zichtlijnen
Website: Archief Theaterbouw Zichtlijnen

Binnenkort wordt hier een actuele tekst over dit onderwerp geplaatst

 

Processen als ver- en nieuwbouw van ‘podiumgebouwen’ zijn zeer geëigend om aandacht te besteden aan zaken als arbo en veiligheid. Enerzijds omdat eventuele bouwkundige aanpassingen dan mooi kunnen worden meegenomen. Anderzijds omdat de overheid eist dat aanpassingen die noodzakelijk zijn bij ver- en nieuwbouwprocessen meegenomen MOETEN worden. Vaak kan uitstel worden verkregen voor bepaalde aanpassingen op basis van het redelijkheidprincipe (te grote impact op de bedrijfsvoering, te grote financiële impact); bij ver- en nieuwbouw gaat dat meestal niet meer op.
Arbo-aspecten die meegenomen kunnen/moeten worden zijn o.a.:
– Laden, lossen
– Vluchtwegen
– Trekkenwand
– Bruggen
– Leuningen
– etc.

“Wij staan aan de kant van de theaters”

Uit: Archief Arbonieuws, oktober 2001

Bij ArboPodium komen nogal eens vragen binnen over het bouwen van theaters in relatie tot arbo. Het Vademecum Theaterbouw biedt erg veel praktische tips en wenken voor alle partijen die bij nieuwbouw of verbouwing van een theater betrokken zijn. Niet specifiek over arbo, maar wel zeer nuttig als checklist. Het Vademecum is geschreven door Eric Alexander en Bob Logger, in samenwerking met de Rijkscommissie van Advies voor de Bouw van Schouwburgen, Concertzalen en Musea. Het vademecum is nu ook op de website van zichtlijnen geplaatst. Wat doet die commissie en wat kan zij voor theaterbouwers betekenen?

De Rijkscommissie

Tot de Tweede Wereldoorlog waren theaters en concertzalen in Nederland puur een aangelegenheid van het Rijk. Elk theater werd door het Rijk betaald. Dat verklaart het bestaan van de Rijkscommissie. Na WO2 veranderde dat. Het Rijk wilde voortaan wel de grote theatergezelschappen betalen, maar hevelde de verantwoordelijkheid voor de theaters over naar de lokale overheid: de gemeenten. De vraag was: wat doen we met de Rijkscommissie? Besloten werd de commissie te laten voortbestaan om twee redenen:
1. overzicht over theaters en plannen
2. aanspreekpunt voor plannenmakers.
Die functie heeft de Rijkscommissie tot op de dag van vandaag. Zij beschikt over een uitgebreide database van theaters en concertzalen in Nederland. Uit de database kan bijvoorbeeld informatie geput worden over theaters in een bepaalde regio met hun capaciteit, bouwjaar, architect, etcetera. Op de tweede plaats, en dat is eigenlijk de kern van de activiteiten, beoordeelt de commissie plannen voor nieuwbouw en verbouwing van theaters en concertzalen. Bij die plannen zijn doorgaans drie partijen betrokken: de opdrachtgever (meestal de gemeente), het theatermanagement (directie, techniek), en de architect. Het advies wordt gegeven op verzoek van een of meer van deze partijen.

De commissie is samengesteld uit twaalf leden, waaronder een burgemeester (tevens voorzitter), een akoesticus, een theaterontwerper, een filosoof, enzovoort. Het zijn ervaren generalisten met grote deskundigheid op hun vakgebied. Vanuit die deskundigheid komt het advies tot stand: het kan uiterst praktisch zijn (let op de arbonormen voor je laad-/losplaats, is die lift groot genoeg, is rekening gehouden met invaliden), maar ook uiterst algemeen. Dat laatste kan soms zo ver gaan dat een plan na het advies drastisch wordt aangepast, bijvoorbeeld dat een andere locatie wordt gezocht, of dat de opdrachtgever zich realiseert dat hij te veel wilde voor te weinig geld. Het gezag van de burgemeester en hoogleraren in de commissie draagt ertoe bij dat het advies serieus genomen wordt.

Iets minder bescheiden

Hoewel de naam anders doet vermoeden, noemt secretaris Sieuwert Verster de Rijkscommissie van Advies voor de Bouw van Schouwburgen, Concertzalen en Musea een “bescheiden organisatie, die altijd weloverwogen en op de achtergrond heeft geopereerd.” Sinds kort is die strategie gewijzigd. Dat uit zich op twee belangrijke punten. De commissie treedt nu actief naar buiten – als via de knipseldienst nieuwe plannen bekend worden, dan stuurt de commissie het nieuwe Vademecum Theaterbouw aan de plannenmakers toe. Men is dus minder afwachtend. Het gevolg daarvan is dat de commissie steeds meer vanaf het begin bij het beoordelen van plannen betrokken is – en niet pas in de fase van het definitief ontwerp. Daardoor kan beter geadviseerd worden over zaken als de locatie, het ontwerp, de beoogde omvang van het theater. “Let wel”, zegt Sieuwert Verster, “wij staan natuurlijk aan de kant van het theater!”. Het Vademecum speelt in de nieuwe strategie een belangrijke rol. Sieuwert Verster: “De overweging om het Vademecum te maken is, dat betrokkenen zoals de burgemeester, de directeur en de architect meestal voor het eerst een theater bouwen. Zaken die voor de commissieleden vanzelfsprekend zijn, zijn dat voor deze partijen beslist niet.”

Het Vademecum

Het Vademecum is een leidraad voor wie een theater wil bouwen. Het is opgezet als een controlelijst. Geen ‘recept voor een goed theater’, maar een praktische lijst die is afgestemd op de drie partijen:
– wenken voor de opdrachtgever (15 punten)
– wenken bij het samenstellen van een programma van eisen (32 punten)
– wenken voor de architect (12 punten).
De wenken lijken soms erg voor de hand te liggen, zoals: “Spreek tijdens oriëntatiebezoeken aan theaters en concertzalen met hun directeuren en chefs technische dienst, met regisseurs, decorontwerpers, musici, en architecten met ervaring in het bouwen van theaters.” Theaters bezoeken voor je er een gaat bouwen lijkt logisch, maar de tip blijkt in de praktijk nuttig en nodig. Het Vademecum staat op de website van de commissie. Er is bewust geen luxe gedrukte uitgave van gemaakt, zo kunnen de tips en wenken snel aangevuld worden wanneer daar aanleiding voor is.

Gratis advies

Ook een goede reden om contact op te nemen met de Rijkscommissie, zegt Sieuwert Verster, is dat de adviezen gratis en voor niets gegeven worden. ” Mensen kunnen bij ons terecht op drie momenten in het proces, begin, midden en eind. Ons advies kost niets en verplicht tot niets. Het kan zelfs aantrekkelijk zijn om de plannen door ons te laten beoordelen omdat we een klein budget beschikbaar hebben waarmee we soms een lokaal initiatief net voldoende kunnen ondersteunen om het te realiseren.” De commissie kan meestal vrij snel en slagvaardig reageren. Indien nodig wordt de locatie of het te verbouwen theater door de commissieleden bezocht.

Rijkscommissie van Advies voor de Bouw van Schouwburgen, Concertzalen en Musea. www.rijkscommissie.org

JvdH