Op zoek naar de arbocoördinator 1, Rob Roos, Theater aan de Schie

Artikel: Succesvol Arbobeleid
Artikel: Goed Arbobeleid is geïntegreerd beleid
Artikel: De arbocoördinator: wil, weg en wet
Artikel: De taken van de arbocoördinator
Artikel: Taakverdeling in en om de organisatie
Artikel: Positie en opleidingen van arbocoördinatoren
Artikel: Arbo-opleiding en de praktijk van de podiumtechnicus
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 1, Rob Roos, Theater aan de Schie
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 2, Walter van Elteren, Theatercompagnie
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 3, Robert Vonkeman, Noord Nederlands Toneel
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 4, Ton Driessen, Wetten van Kepler
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 5, Chris Gorissen, Het Vervolg
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 6, Johan van der Kooy, De Paardenkathedraal
AanstellingskeuringArbobeleid in de organisatieArbocoördinator en preventiemedewerkerPlan van AanpakProductie risico inventarisatie & evaluatie (PRI&E)Risico inventarisatie & evaluatie (RI&E)Samenwerkende werkgeversVoorlichting en onderrichtWerkdruk

Uit: Arbo Nieuwsbrief, 4 oktober 2001

Op zoek naar de arbocoördinator (1)

Rob Roos, Theater aan de Schie:

“Ik coördineer alleen maar.”
Onder het motto “Op zoek naar de arbocoördinator” laat Zichtlijnen/Arbopodium arbocoördinatoren aan het woord over hun dagelijkse werk. Wat doen ze, welke visie hebben ze, hoe staan ze in de organisatie? Rob Roos van het Theater aan de Schie in Schiedam is iemand met een nuchtere visie op arbo. “Arbo is niet mijn probleem, het is het probleem van de hele organisatie. Ik coördineer alleen maar!”

Dialoog

Theater aan de Schie opende in het voorjaar van 1998 zijn deuren en had als een van de eersten een computergestuurde trekkenwand in huis. Rob Roos is hoofd techniek en had vanaf het begin arbo in zijn takenpakket. “Direct in het eerste jaar heb ik een RI&E laten maken door de ArboUnie. Ik heb die bewust laten maken door de arbodienst omdat ik er zelf geen tijd voor kon vrijmaken, maar ook omdat ik het als een voordeel beschouw een objectief oordeel te krijgen. Met de kosten viel het nog best mee.” Hoewel het theater in Schiedam spiksplinternieuw was bleken een aantal zaken volstrekt niet aan de arbonormen te voldoen. Sommige kunnen alleen bouwkundig opgelost worden en daarvoor is een flink budget nodig. Onder meer de situatie rond de kaartverkoop voldoet niet aan de normen – daarvoor moet een nieuwe plek gevonden worden. “Dat zijn relatief grote projecten die je niet allemaal tegelijk uit hetzelfde zakje met geld kunt betalen.” Daarom is er een stappenplan geformuleerd om de problemen gefaseerd op te lossen.

Arboproblemen worden dus wel voldoende onderkend, zegt Roos, en hij geeft toe dat hij in dat opzicht misschien ‘makkelijk praten’ heeft in vergelijking met sommige van zijn collega’s. “Arboproblemen worden onderkend en er gebeurt ook wat mee. Ook op kleinere schaal werkt het hier goed. Omdat ik zelf inkoop doe hou ik natuurlijk rekening met arbo, bijvoorbeeld bij het bestellen van meubilair. Als mensen iets signaleren komen ze naar me toe, als ik het niet zelf al eerder gezien heb. Dat leg ik dan neer bij de directie, en dat is altijd een dialoog. Het is per slot van rekening niet mijn probleem, maar een probleem van de hele organisatie. Het gaat iedereen aan, maar de directie blijft eindverantwoordelijk.”

Stempels en anders niet

Hij ervaart in de dagelijkse praktijk dat Arbo een constant proces is. “Wetgeving verandert langzaam, maar je moet er wel dagelijks mee omgaan”, zegt hij. Omdat mensen vanuit hun gewoonten en hun emoties reageren krijg je allerlei discussies, ook op de werkvloer. Zeker als mensen op de vloer worden geconfronteerd met dingen die elders zijn bedacht zonder aan arbo te denken. Het probleem van de hoogwerker was zo’n dagelijkse discussie. “Wij hebben gezegd: stempels gebruiken en anders niet. Natuurlijk levert dat problemen op met decors, je bent niet in een keer alle discussie kwijt. Maar we leggen nu het probleem neer waar het thuishoort. Theatermakers bedenken een decor maar vergeten dat er onder arbonormen gewerkt moet worden. Als het decor staat kun je het licht niet meer stellen omdat je er niet meer met je genie met stempels langs kunt. De theatermakers zullen dus decors moeten bouwen waarbij dat wel kan. Al kun je er maar een gedeelte van wegklappen zodat je er met de genie en stempels onderdoor kunt rijden. Dat soort zaken vereist een cultuuromslag, niet alleen bij ons maar in de hele sector. En dat kost tijd. Maar ik heb er alle vertrouwen in dat dat goed komt. Toen de Arbeidstijdenwet kwam riep iedereen ‘de hele branche gaat failliet’, maar intussen is het ene theater na het andere erbij gekomen. Zoiets zie je nu ook. Over een paar jaar zullen we zeggen: het is onbegrijpelijk dat we het al die jaren anders hebben gedaan. Ik zie arbo als een inhaalrace: we moeten nu een aantal dingen goed regelen, over een paar jaar weten we niet beter. Bovendien zullen we wel moeten. Het is niet de vraag of we iets willen doen, het is gewoon wetgeving.”

Belangrijkste arbonorm

Een grote wens op het gebied van arbo is dat er meer duidelijkheid komt. “Het mooiste zou zijn als we ergens de bestaande wetten, regels en normen kunnen terugvinden aan de hand van concrete vragen: ‘Mag ik vliegen met een trekkenwand?’, ‘Ben ik verplicht stempels uit te zetten?’. Op dat soort vragen zijn duidelijke antwoorden te geven en daar is erg veel behoefte aan. Er gaan te veel spookverhalen rond, iets wat in het ene theater wel mag, mag in het andere weer niet. Iedereen lijkt eigen regels te hanteren. De mensen op de werkvloer worden gedwongen tientallen beslissingen te nemen over allerlei verschillende onderwerpen, vaak zonder precies te weten hoe het zit. Die duidelijkheid verschaffen zou heel zinvol zijn.”

Over ‘de belangrijkste arbonorm’ kan hij zelf alvast duidelijkheid verschaffen. “De belangrijkste arbonorm blijft toch de sfeer waarin je werkt. Die sfeer bepaal je met zijn allen. In de praktijk kun je niet altijd aan alle normen voldoen, maar als de sfeer goed is vind je een oplossing.”

Jos van de Haterd

Op zoek naar de arbocoördinator 4, Ton Driessen, Wetten van Kepler

Artikel: Succesvol Arbobeleid
Artikel: Goed Arbobeleid is geïntegreerd beleid
Artikel: De arbocoördinator: wil, weg en wet
Artikel: De taken van de arbocoördinator
Artikel: Taakverdeling in en om de organisatie
Artikel: Positie en opleidingen van arbocoördinatoren
Artikel: Arbo-opleiding en de praktijk van de podiumtechnicus
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 1, Rob Roos, Theater aan de Schie
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 2, Walter van Elteren, Theatercompagnie
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 3, Robert Vonkeman, Noord Nederlands Toneel
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 4, Ton Driessen, Wetten van Kepler
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 5, Chris Gorissen, Het Vervolg
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 6, Johan van der Kooy, De Paardenkathedraal
AanstellingskeuringArbobeleid in de organisatieArbocoördinator en preventiemedewerkerPlan van AanpakProductie risico inventarisatie & evaluatie (PRI&E)Risico inventarisatie & evaluatie (RI&E)Samenwerkende werkgeversVoorlichting en onderrichtWerkdruk

Uit: Arbo Nieuwsbrief, 22 december 2001

Op zoek naar de arbocoördinator (4)

‘Antigone’ van De Wetten van Kepler

De Wetten van Kepler is een theatergezelschap in ’s Hertogenbosch dat per seizoen drie producties maakt, samen goed voor zo’n 100 voorstellingen in kleine zalen en vlakke vloertheaters. Zakelijk leider Ton Driessen over arbo binnen zijn gezelschap.

Binnen de Wetten van Kepler is de arboverantwoordelijkheid gespreid. Ton Driessen zelf heeft het overzicht over het hele bedrijf, de productieleider draagt zorg voor arbo in de voorstellingen. Het bedrijf telt (ongeveer) zes medewerkers in vaste dienst, waaronder de acteurs en een productieleider. Afhankelijk van de voorstellingen staan er extra acteurs en technici op de loonlijst. Het aantal acteurs per voorstelling schommelt tussen de twee en de zes, terwijl er altijd twee technici meegaan, een voor het licht en een voor geluid. Daarmee hebben we direct het grootste knelpunt te pakken: de arbeidstijden van de technici.

“De technici draaien de voorstelling inclusief opbouw en afbouw en dat lukt niet altijd binnen de wettelijke normen. In de huidige speellijst van Antigone staan bijvoorbeeld twee voorstellingen in Groningen direct na een voorstelling in Someren (Brabant). Daarvoor moeten we extra technici inhuren, dat is lastig en erg duur. Maar we hebben het zelf zo verkocht en gepland, dus daar zullen we ook de lasten van moeten dragen. Eigenlijk is het vinden van goede mensen nog het grootste probleem. Voor het lopende seizoen is dat goed afgedekt, voor volgend seizoen streven we naar een technicus in vaste dienst. In zijn algemeenheid vind ik het een goede zaak dat die arbeidstijdenwet er is. Uiteindelijk werkt het voor iedereen het beste. En het is voor ons echt niet zo veel moeite, als je er maar vanaf het begin rekening mee houdt.”

Formaliteit
In de voorstellingen van de Wetten van Kepler zijn drie elementen belangrijk: tekst, muziek en dans. Dat betekent dat er meestal geen zware decors of ingewikkelde techniek meegaan. Grote decorstukken zouden niet alleen bij de podia, maar ook ook wat het transport betreft tot onmogelijke situaties leiden. Artistiek gezien wordt er dus rekening gehouden met de mogelijkheden en onmogelijkheden. In dat licht bezien is de verplichte Productie Risico Inventarisatie & Evaluatie niet veel meer dan een formaliteit.
“Wij houden vooraf rekening met gewichten en afmetingen, we gebruiken geen grote decors, en behalve licht en geluid kennen we geen speciale effecten. Bijzondere risico’s zijn er niet. Het maken van een Productie Risico Inventarisatie is wat mij betreft nog steeds een wat vage verplichting. Voor Antigone hebben we een PRI&E gemaakt op basis van de checklist in het Arbo Handboek, en die hebben we opgestuurd naar de theaters. Een formaliteit, het hele ding beslaat niet meer dan een half A4’tje. Het is wel zo dat de theaters er steeds meer naar vragen, die willen zich ook indekken, maar eerlijk gezegd vind ik die PRI&E voorlopig nog steeds een onding.”
Voor het bedrijf zelf is er uiteraard wel een Risico Inventarisatie & Evaluatie.

Zie ook www.wettenvankepler.nl

Jos van de Haterd

Op zoek naar de arbocoördinator 6, Johan van der Kooy, De Paardenkathedraal

Artikel: Succesvol Arbobeleid
Artikel: Goed Arbobeleid is geïntegreerd beleid
Artikel: De arbocoördinator: wil, weg en wet
Artikel: De taken van de arbocoördinator
Artikel: Taakverdeling in en om de organisatie
Artikel: Positie en opleidingen van arbocoördinatoren
Artikel: Arbo-opleiding en de praktijk van de podiumtechnicus
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 1, Rob Roos, Theater aan de Schie
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 2, Walter van Elteren, Theatercompagnie
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 3, Robert Vonkeman, Noord Nederlands Toneel
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 4, Ton Driessen, Wetten van Kepler
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 5, Chris Gorissen, Het Vervolg
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 6, Johan van der Kooy, De Paardenkathedraal
AanstellingskeuringArbobeleid in de organisatieArbocoördinator en preventiemedewerkerPlan van AanpakProductie risico inventarisatie & evaluatie (PRI&E)Risico inventarisatie & evaluatie (RI&E)Samenwerkende werkgeversVoorlichting en onderrichtWerkdruk

Uit: Arbo Nieuwsbrief, 26 januari 2002

Op zoek naar de arbocoördinator (6)

Arbo bij de Paardenkathedraal

Johan van der Kooy werd vier jaar geleden arbocoördinator bij de Paardenkathedraal. Sinds die tijd is er veel aandacht geweest voor arbo, er is budget voor gekomen en na de aanloopperiode waarin het beleid moest worden opgezet besteedt hij er nu gemiddeld slechts twee uur per week aan. Een positief geluid zou je zeggen. Maar er zit ook een andere kant aan het verhaal. Vooral de urenregistratie kost veel tijd en geld en heeft tot een manier van werken geleid met duidelijk ook minder positieve kanten. Al was het alleen maar dat er aanzienlijk minder budget is voor producties!

Het Utrechtse gezelschap heeft tien vaste medewerkers en twee gebouwen (kantoor en theater). Acteurs zijn in dienst per voorstellingsperiode. Arbo, vertelt Van der Kooy, is bij de Paardenkathedraal begonnen toen het Arbo Handboek verscheen. Er waren twee speerpunten: het ontwikkelen van een RI&E (voor de gebouwen), en het opzetten van een urenregistratie. Voor de de RI&E gebruikte hij het handboek en het resultaat werd getoetst door een arbodienst. Sinds die RI&E er ligt vereist dat minimale aandacht, meestal kleine puntjes in het tweewekelijks overleg. Het enige echt grote knelpunt is de urenregistratie.

Pak formulieren
Daarmee is hij indertijd simpel begonnen. “Schrijf je uren maar op”, was de boodschap aan de medewerkers. In de loop der jaren is een registratiesysteem ontwikkeld met de computer, waarvoor externe expertise is ingehuurd. De medewerkers zijn nu in twee groepen verdeeld: de reizenden en de niet-reizenden. Voor de laatste groep is registratie relatief eenvoudig (negen tot vijf), voor de eerste groep complex.
“De reizenden krijgen een pak formulieren mee waarop ze werktijden, rusttijden, pauzes etc. invullen. Die formulieren worden tweewekelijks ingeleverd en de gegevens worden verwerkt in het systeem zodat ze beschikbaar zijn bij eventuele controle. Evaluatie vindt tussentijds plaats om te zien of iedereen aan voldoende rust en nachtrust toekomt.”
De hele wet, zegt hij, is “allesbehalve glashelder” en in de contacten met collega’s stuit hij op grote interpretatieverschillen.
Mede daardoor kost het opzetten en bijhouden van de urenregistratie enorm veel tijd en geld. Binnen de Paardenkathedraal is de manier van werken er structureel door veranderd. Het aantal technici dat met de producties meereist is ten opzichte van enkele jaren geleden verdubbeld. Per speelplaats is er een extra bouwdag nodig. Dat is een aanslag op het budget. En in zijn algemeenheid wordt de hele productieplanning er door vertraagd.
“Omdat je alles vantevoren moet vastleggen, kun je veel minder flexibel werken, ook al zou iedereen dat willen. Je kunt niet meer aan het einde van de week met je team besluiten, ‘maandag gaan we de lampen schoonmaken’, want alles ligt vast. Niemand mag over zijn uren gaan.”

Taken verdeeld voor Productie RI&E
Voor de voorstelling Midsummernightsdream heeft de Paardenkathedraal voor de eerste keer ook een Productie Risico Inventarisatie & Evaluatie gemaakt. Hoe hebben ze dat aangepakt? Eerste Inspiciënt Jessica Heman: “We hebben de voorbeelden gebruikt van Muziektheater, Toneelgroep Amsterdam en het Handboek, en daar alle elementen uitgehaald die voor ons van toepassing waren. Daarna hebben we de taken verdeeld tussen de productieleider, de ontwerper en de techniek, want degene die het meest van een onderwerp weet kan er ook het beste over schrijven. Belangrijk is wel dat het geen pak papier wordt, want dan schiet het zijn doel voorbij.”

Het eindresultaat beslaat zes kantjes A4 en is verzameld en samengevoegd door de productieleiding. In de technische lijst staat vermeld dat er een Productie RI&E is en dat deze op verzoek aan de theaters wordt toegestuurd. De volgende stap zal zijn om deze PRI&E te evalueren en hem dan vermoedelijk standaard mee te sturen. Van der Kooy merkt hierover wel op dat de schouwburgen tegenwoordig van de gezelschappen een PRI&E verwachten, maar dat een aantal van hen zelfs op verzoek niet in staat is om aan te geven wie er namens het theater aanspreekbaar is voor de trekkenwand, het brandscherm, of het laden en lossen…
De Paardenkathedraal heeft bewust gekozen voor een Productie RI&E in de vorm van een uitgeschreven tekst. Jessica Heman: “Het gaat erom dat de knelpunten erin komen, dus je moet kritisch zijn wat je er wel en niet in zet.”

Is het bij de Paardenkathedraal geen probleem om een PRI&E te maken, gezien de reputatie dat er op het allerlaatste moment en zelfs tijdens de speelperiode nog van alles gewijzigd wordt? Jessica Heman: “Nee, dat probleem hebben we niet. Het tijdstip van de veranderingen sluit namelijk uit dat het hele grote veranderingen zijn. Je kan bijvoorbeeld niet het hele decor veranderen. Bovendien werken we met een klein team, en dan kun je gemakkelijk anticiperen. Ik zie een Productie RI&E net als een voorstelling, als iets wat in ontwikkeling is. Je hebt dat vantevoren in je hoofd, en dat groeit verder mee met de voorstelling.”

www.paardenkathedraal.nl

Jos van de Haterd

Op zoek naar de arbocoördinator 3, Robert Vonkeman, Noord Nederlands Toneel

Artikel: Succesvol Arbobeleid
Artikel: Goed Arbobeleid is geïntegreerd beleid
Artikel: De arbocoördinator: wil, weg en wet
Artikel: De taken van de arbocoördinator
Artikel: Taakverdeling in en om de organisatie
Artikel: Positie en opleidingen van arbocoördinatoren
Artikel: Arbo-opleiding en de praktijk van de podiumtechnicus
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 1, Rob Roos, Theater aan de Schie
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 2, Walter van Elteren, Theatercompagnie
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 3, Robert Vonkeman, Noord Nederlands Toneel
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 4, Ton Driessen, Wetten van Kepler
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 5, Chris Gorissen, Het Vervolg
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 6, Johan van der Kooy, De Paardenkathedraal
AanstellingskeuringArbobeleid in de organisatieArbocoördinator en preventiemedewerkerPlan van AanpakProductie risico inventarisatie & evaluatie (PRI&E)Risico inventarisatie & evaluatie (RI&E)Samenwerkende werkgeversVoorlichting en onderrichtWerkdruk

Uit: Arbo Nieuwsbrief, 14 december 2001

Op zoek naar de arbocoördinator (3)

Robert Vonkeman, Noord Nederlands Toneel:

“Goeie dingen, maar ook een boel onzin”
Robert Vonkeman is Eerste Inspiciënt van het Noord Nederlands Toneel in Groningen, en tevens arbocoördinator. Meestal is hij een dag of drie, vier per week met reizende voorstellingen bezig, daarom deelt hij zijn arbotaken met een collega. “Het grootste probleem met arbo,” zegt Vonkeman, “is om de ruis eruit te halen”.

Het NNT in Groningen is een van de grootste gezelschappen in Nederland met vele reizende voorstellingen en een klein eigen theater. Hoe gaan zij met arbo om? Robert Vonkeman: “Om te beginnen doen we natuurlijk al heel lang heel veel. Dat is belangrijk om vast te stellen. Daarnaast hebben we een aantal dingen in voorbereiding, zoals een vernieuwing van onze risico inventarisatie, en we weten dat er nog heel wat zal moeten gebeuren. Gelukkig zitten er in het hele arboverhaal veel goeie dingen, maar er is helaas ook een boel onzin. Daar proberen we een schifting in te maken. Het grootste probleem voor ons is om de ruis eruit te halen.” Omdat het NNT daar niet alleen in wilde staan is deskundige hulp van buiten ingeroepen.

“Een van de grootste obstakels was dat we bij de ArboUnie geen deskundigheid vonden op theatergebied. Degene die zich bij ArboUnie had ingewerkt is er niet meer in dienst. Daarom hebben we een andere oplossing gezocht. Wij hebben een paar weken terug een extern adviseur hier in huis gehad met wie we het hele bedrijf hebben doorgenomen, zowel ons eigen theater (tribune voor 160 zitplaatsen), alsook het kantoorgedeelte en de reizende producties. Deze adviseur is arbospecialist en gaat algemene normen en richtlijnen in overleg met ons proberen te vertalen naar het theatervak.”

Het NNT, benadrukt hij, besteedt in zijn reizende producties altijd al veel aandacht aan veiligheid, ook al staat dat niet altijd op papier. Schoenen met stalen neuzen worden al heel lang gebruikt, alles staat zoveel mogelijk op wielen, het gewichten van decorstukken wordt beperkt en de gewichten staan vermeld. Sinds jaren wordt al in twee technische ploegen gewerkt en wordt de urenregistratie van de techniek bijgehouden. Hetzelfde gebeurt sinds dit jaar ook voor de rest van het bedrijf, het niet-reizende deel. Ook de bedrijfshulpverlening is geregeld. Het NNT heeft 11 medewerkers tot BHV-er opgeleid waarvan er altijd drie aanwezig zijn bij de voorstellingen in het eigen theater.

Voor de verplichte Productie Risico Inventarisatie & Evaluatie kan hij weinig enthousiasme opbrengen, maar er zal voor de eerstvolgende reisvoorstelling Lenny Bruce wel een PRI&E komen. “We hebben de inventarisatie bekeken die Louis Janssen indertijd gemaakt heeft voor Bernhard, en we zullen voor Lenny Bruce zeker iets op papier zetten. Maar het is een standaard voorstelling met de nadruk op het acteren, op het toneel, zonder grote decors of speciale effecten. Dus het zal niet veel meer worden dan een of twee A4’tjes.”

Intussen is ook een Commissie ingesteld waarin naast de technische specialisten het management vertegenwoordigd is. Over steun van de directie heeft Vonkeman geen klagen. “De directie van het NNT staat absoluut open voor arboproblemen en is ook bereid daar tijd en geld in te steken.” En tijd en geld zijn belangrijke criteria bij het uitfilteren van onzin uit de arboverplichtingen. Zo zou het NNT volgens de officiële norm een apparaat van vierduizend gulden moeten aanschaffen om “alles te testen waar een stekker aan zit, elke lamp, elke verloopkabel, elk apparaat.” Gezien het bestaande periodiek technisch onderhoud, de aandacht die aan de materialen wordt gegeven, bestempelt hij dat als een voorbeeld van ‘ruis’. “Want of je dat apparaat nu aanschaft of niet, in de praktijk zal er toch geen gebruik van gemaakt worden”.

Jos van de Haterd

Op zoek naar de arbocoördinator 5, Chris Gorissen, Het Vervolg

Artikel: Succesvol Arbobeleid
Artikel: Goed Arbobeleid is geïntegreerd beleid
Artikel: De arbocoördinator: wil, weg en wet
Artikel: De taken van de arbocoördinator
Artikel: Taakverdeling in en om de organisatie
Artikel: Positie en opleidingen van arbocoördinatoren
Artikel: Arbo-opleiding en de praktijk van de podiumtechnicus
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 1, Rob Roos, Theater aan de Schie
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 2, Walter van Elteren, Theatercompagnie
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 3, Robert Vonkeman, Noord Nederlands Toneel
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 4, Ton Driessen, Wetten van Kepler
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 5, Chris Gorissen, Het Vervolg
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 6, Johan van der Kooy, De Paardenkathedraal
AanstellingskeuringArbobeleid in de organisatieArbocoördinator en preventiemedewerkerPlan van AanpakProductie risico inventarisatie & evaluatie (PRI&E)Risico inventarisatie & evaluatie (RI&E)Samenwerkende werkgeversVoorlichting en onderrichtWerkdruk

Uit: Arbo Nieuwsbrief, 11 januari 2002

Op zoek naar de arbocoördinator (5)

Chris Gorissen, Het Vervolg

Chris Gorissen is inspicient en arbocoördinator bij Het Vervolg in Maastricht, een gezelschap dat in het eigen Derlon Theater speelt en met een deel van de voorstellingen op tournee gaat. Gorissen spreekt zijn verbazing uit dat Het Vervolg een van de eersten schijnt te zijn met een Productie Risico Inventarisatie. Is Het Vervolg soms koploper op arbogebied?

Het Maastrichts Theaterensemble Het Vervolg maakt ongeveer vijf voorstellingen per seizoen die meestal zes weken in het eigen Derlon Theater staan en eventueel daarna enkele maanden op reis gaan. Het gezelschap heeft circa vijftien vaste medewerkers, waaronder vijf theatertechnici, en daar komen acteurs voor de verschillende voorstellingen nog bij. In de periode dat dit gesprek plaatsvindt is Chris Gorissen op reis met Eva Bonheur van ‘volksschrijver’ Herman Heijermans in de regie van Léon van der Sanden en met Mieneke Bakker als Eva Bonheur. Omdat Gorissen veel reist, deelt hij zijn arbotaken met een medewerker die het Derlon Theater als vaste werkplek heeft. Zo is er continuïteit en staat niemand er alleen voor.
Knelpunten signaleren

“Arbo is bij ons eenvoudig geregeld. Samen met mijn collega heb ik de taak knelpunten te signaleren. Wij geven die door aan de directie, en de directie onderneemt stappen om er wat aan te doen. Dat begint steeds beter te lopen, omdat het probleem altijd neergelegd wordt waar het thuishoort. Als wij bijvoorbeeld een ontwerp binnenkrijgen dat arbotechnisch niet klopt, dan signaleren wij dat, we dragen oplossingen aan, en leggen dat voor aan de directie. Die moet er wat mee doen. Wij hoeven daardoor niet in discussie met de ontwerper, dat is onze taak ook helemaal niet. Veel ontwerpers zien arbo eigenlijk nog steeds als hinderpaal! Vroeger stond je dan wel eens als een soort poltieman tegen een ontwerper te zeggen ‘dit kan niet of dat mag niet’. Dat geeft alleen maar scheve verhoudingen, want je moet toch nauw met hen samenwerken. De afspraak die we nu met de directie hebben werkt stukken beter.”

PRI&E gemaakt met artistiek leider
Arbo wordt bij Het Vervolg zeker niet als een lastige verplichting ervaren, maar eerder als iets wat ‘altijd van toepassing is’, zegt Chris Gorissen. “De Risico Inventarisatie voor het hele bedrijf is iets waar je steeds mee bezig blijft, en tegenwoordig hanteren we ook voor elke productie een checklist, gebaseerd op het Arbo Handboek. Daar maken we de RI&E per productie mee. In feite zijn wij altijd met arbo en veiligheid bezig, hoe eenvoudig een voorstelling ook is. Al heb je maar wat licht bij je, er moet toch een veiligheidsketting aan zitten. Ingehuurd materiaal controleren we. Wij zijn er altijd mee bezig en dat geldt voor het hele gezelschap inclusief de zakelijke en artistieke leiding. Wat dat betreft krijgen we bij Het Vervolg veel vrijheid en steun om arbo aan te pakken.”

De Productie Risico Inventarisatie voor Eva Bonheur heeft hij samen met de artistiek leider gemaakt. “Dat levert echt wat op”, zegt Gorissen, “je ontdekt dingen die je over het hoofd hebt gezien en het geeft extra betrokkenheid van de artistieke leiding. Wanneer die bij arbo betrokken is kan dat veel problemen voorkomen, want elke voorstelling begint uiteindelijk toch bij de artistieke leiding.”
Het enige waar ze bij Het Vervolg moeite mee hebben is de arbeidstijdenwet. “Vooral bij de grotere reisvoorstellingen blijft het schipperen”, zegt Gorissen. Om de problemen op te lossen wordt standaard gewerkt met twee ploegen, soms zelfs met drie. In het laatste geval zijn er twee ‘speelploegen’ die afwisselend de voorstellingen draaien, en een ‘bouwploeg’ die alle voorstellingen bouwt.

http://www.derlontheater.nl

Jos van de Haterd

Op zoek naar de arbocoördinator 2, Walter van Elteren, Theatercompagnie

Artikel: Succesvol Arbobeleid
Artikel: Goed Arbobeleid is geïntegreerd beleid
Artikel: De arbocoördinator: wil, weg en wet
Artikel: De taken van de arbocoördinator
Artikel: Taakverdeling in en om de organisatie
Artikel: Positie en opleidingen van arbocoördinatoren
Artikel: Arbo-opleiding en de praktijk van de podiumtechnicus
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 1, Rob Roos, Theater aan de Schie
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 2, Walter van Elteren, Theatercompagnie
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 3, Robert Vonkeman, Noord Nederlands Toneel
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 4, Ton Driessen, Wetten van Kepler
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 5, Chris Gorissen, Het Vervolg
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 6, Johan van der Kooy, De Paardenkathedraal
AanstellingskeuringArbobeleid in de organisatieArbocoördinator en preventiemedewerkerPlan van AanpakProductie risico inventarisatie & evaluatie (PRI&E)Risico inventarisatie & evaluatie (RI&E)Samenwerkende werkgeversVoorlichting en onderrichtWerkdruk

Uit: Arbo Nieuwsbrief, 19 oktober 2001

Op zoek naar de arbocoördinator (2)

Walter van Elteren, de Theatercompagnie

Onder het motto “Op zoek naar de arbocoördinator” komen arbocoördinatoren aan het woord over hun dagelijkse werk. Deze keer Walter van Elteren, hoofd techniek van de Theatercompagnie. “Wij schrijven onze RI&E tijdens het proces zelf waarin de productie tot stand komt,” zegt hij. Een van de grootste knelpunten vanuit de techniek gezien ligt tegenwoordig bij de decorateliers.

Walter van Elteren is géén arbocoördinator bij de Theatercompagnie, maar hij houdt zich wel al jaren met arbozaken bezig. In Nederland zijn er maar een paar organisaties die iemand speciaal voor arbo in dienst kunnen nemen. Bij alle andere komt arbo bovenop de andere werkzaamheden. “De directie heeft me gevraagd arbocoördinator te worden. Bij een club zo groot als de Theatercompagnie schat ik in dat dit een dag in de week kost. Of dit haalbaar is zijn we nu aan het onderzoeken.”

Vergadering hoofden techniek

“Je belt me wel op het juiste moment”, zegt hij. Want enkele dagen geleden vond er op zijn initiatief, en voor het eerst sinds twee jaar, een overleg plaats tussen de hoofden techniek van de grote gesubsidieerde gezelschappen die bij de VNT zijn aangesloten. “Als nieuw groot gezelschap vind ik zo’n regelmatig overleg van belang, daarom heb ik het nieuw leven ingeblazen.” Negen van de dertien gezelschappen waren aanwezig, maar ook mensen van de Arbeidsinspectie, ArboUnie en de VNT. Er bleken heel wat ATW-problemen en arbo-obstakels te zijn.

“Vanaf 1 oktober 2001 voert de Arbeidsinspectie een lik op stuk beleid. Dat hebben ze ook aangekondigd. Ze geven direct boetes wanneer de arbeidstijden niet geregistreerd worden, of wanneer gewerkt wordt zonder RI&E (risico inventarisatie en evaluatie). De theatergezelschappen voelen dat de arbeidsinspectie de druk opvoert.” De gezelschappen zien zich daardoor gedwongen vaart te maken, maar de problemen rond de productie RI&E stapelen zich op. De meeste gezelschappen zijn wel met arbo bezig, maar er is nog nergens een standaard checklist of RI&E-model ontwikkeld, behalve door het Muziektheater en het Nederlands Danstheater.

RI&E groeit met de productie mee

De RI&E die de Theatercompagnie maakt groeit met elke productie mee. Walter van Elteren gelooft wat dit betreft niet zo in één groot standaard model. “Wij hebben geen model checklist, maar we werken met een leidraad die we ook hebben voorgelegd aan de ArboUnie. We staan sowieso regelmatig in contact met de arbeidsinspectie en de arbodienst. We starten direct na de maquette presentatie met een eerste versie van een RI&E en dat loopt door tot aan de première. De RI&E schrijven we tijdens dit proces in overleg met alle betrokkenen. Het vereist continu aandacht en tijdens elke productievergadering moet je er op terugkomen. Het resultaat is bewustwording (en niet alleen voor technici) in de breedste zin van het woord.”

“In mijn ogen moeten we uiteindelijk een heel beknopte RI&E per productie overhouden die we naar de schouwburgen sturen. Het heeft geen zin daar een heel boekwerk te droppen, het moet voor hun ook te hanteren zijn. Vergeet niet dat we dit allemaal naast al onze andere werkzaamheden moeten doen. Het kan niet nòg meer worden!”

Gecertificeerd, maar door wie?

Tijdens het hierboven genoemde overleg bleken er ook behoorlijke problemen te liggen in de uitvoering, zeker als iedere theaterproductie een RI&E volgens het boekje zou maken. Want ArboUnie, de arbodienst waarmee de VNT een mantelcontract heeft afgesloten, zou het werk dan helemaal niet aan kunnen. Walter van Elteren: “De Arbeidsinspectie neemt het standpunt in dat de RI&E’s gecertificeerd moeten zijn. Er moet een handtekening onder staan van de arbodienst. Maar er zijn jaarlijks zo’n 250 premières van bij de VNT aangesloten gezelschappen, en 900 als je alle andere producties meerekent. ArboUnie heeft eenvoudig niet de capaciteit om die 250 premières te certificeren. De vertegenwoordiger van ArboUnie rekent gemiddeld 3 dagen werk per RI&E en wordt nu al vanuit het hele land platgebeld. Hiermee geconfronteerd zwakte de arbeidsinspectie tijdens de bijeenkomst de keiharde eis van certificering ietsje af – als de gezelschappen nu op papier kunnen laten zien dat ze er heel serieus mee bezig zijn, dan heeft men misschien nog even clementie.” Intussen overlegt de Arbeidsinspectie met ArboUnie, en heeft de VNT een concept rondgestuurd dat min of meer overeenkomt met de Productie RI&E zoals die in het blauwe arbohandboek voor het theater staat (handboek bestellen kan op de website van de VNT).

Gezien de kosten van het certificeren, geschat op zo’n fl. 3000,= tot fl. 6000,= per RI&E, werd tijdens het overleg de vraag gesteld waarom de arbeidsinspectie een door de technici zelf gemaakte RI&E niet accepteert. Volgens de arbeidsinspectie zou dan de deskundigheid niet gewaarborgd zijn. Maar in de praktijk certificeert de arbodienst op grond van gesprekken met technici, dus bleef achter die kwestie toch een klein vraagteken hangen.

Knelpunt decorateliers

Walter van Elteren: “En intussen brengen de gezelschappen de ene productie na de andere uit en ligt een van de grootste knelpunten bij de decorateliers. De decorbudgetten zijn de laatste tien jaar gehalveerd. Decors waren het enige waar nog op bezuinigd kon worden, ook al werden de plannen steeds groter en wilder. De kwaliteit is daardoor sterk achteruit gegaan. De ateliers werkten vroeger alles netjes af, maar zij zitten ook met hogere arbeidskosten en dus krijg je tegenwoordig helemaal niets als je er niet expliciet om gevraagd hebt. Elk spijkertje, elk plankje moet je specificeren. Op het moment dat de decors uit het atelier komen blijkt er dan geen hout van te kloppen. Deze week heb ik drie decors gehad waarvan je eigenlijk zou moeten zeggen dat je er niet de productie mee in kunt. Ik ben nu zo ver dat ik er een artikel over ga schrijven dat ik naar collega’s, vakbladen en naar de bevoegde instanties wil sturen. Er is gewoon geen geld om dit probleem op te lossen! Er moet bijna permanent een technicus vrijgemaakt worden om de decorateliers te begeleiden. Eerst hebben we zelf de ateliers afgestoten, nu moeten we er weer permanent mensen op zetten. En in plaats van direct te melden dat een decor niet binnen het beoogde budget gemaakt kan worden, nemen de ateliers de opdracht aan en komen met een product dat niet voldoet. En wat is het gevolg? Het probleem komt op de werkvloer te liggen.”

Arbo hoort niet alleen bij de techniek thuis

De huidige situatie had iedereen overigens al lang kunnen voorzien, zegt Walter van Elteren. “Ik heb geen medelijden met gezelschappen die lopen te huilen over arbo. We zijn hier al mee bezig sinds 1995 en iedereen heeft lang genoeg de tijd gehad om in actie te komen. Maar eerst is het veel te lang blijven liggen bij de directies, en daarna is het neergelegd bij de techniek, waar het niet alléén thuishoort. Het is geen probleem van de techniek, en de techniek kan het ook niet in zijn eentje oplossen. Arbo is een manier van denken die in het hele bedrijf moet spelen, anders werkt het niet.”

Jos van de Haterd